Jong geleerd is ……..

De snottebellen hingen nog aan mijn neus toen ik voor het eerst gegrepen werd door de sigaret. Met drie vrienden was ik op mijn 12e een kaartclubje begonnen. We waren stoere knapen die onder het genot van sterke limonade met monopolygeld grote bedragen vergokten. Het duurde niet lang voordat de dapperste van de vier met een heuse weggebietste sigaret op de proppen kwam. Het echte leven druppelde zo het clubje binnen. Het monopolygeld werd verruild voor echte stuivers en dubbeltjes en er kwam ook stiekem een biertje op tafel. Ik was nog net geen zestien toen ook ik overstag ging en mijn eerste peuk in de onschuldige mond stak. Ik dacht dat de duizeligheid, het kokhalzen en het hoesten bij het volwassen worden hoorden en ik inhaleerde dapper door.

Ik kocht na die rookervaring meteen mijn eerste buil shag en stak voor de tv in de ouderlijke woning een geheel zelfbetaalde en zelfgedraaide sigaret in de hens.
Van achter uit de kamer kwam een verschrikte opmerking aangegalmd: “Zwurrel, wat komt er boven je hoofd uit?“
Ik draaide me om en liet de sigaret aan mijn moeder zien.
“Niks aan het handje hoor, het is alleen maar rook van een sjekkie.”
“Oh gelukkig”, zei ze, “Ik dacht dat er iets in brand stond.”
En zo hoorde ik definitief tot de grote mensen: het leven kon beginnen. Heerlijk! Zo werkte dat nog in de beginjaren zeventig.

Vijfendertig jaar lang zou ik aan die ellendige sigaret verslaafd blijven. Nu ik eenmaal ben gestopt, vraag ik me met toenemende verbijstering af waarom? Ik heb bakken met geld aan de nicotine uitgegeven en ik heb mijn lichaam tot het uiterste getergd met het meest gore vergif dat je je voor kunt stellen.
Elke dag moest ik hoesten en proesten om mijn verslaving in stand te kunnen houden. Tienduizenden sigaretten gingen zonder smaak in rook op. En toch ging ik maar door en door.
Er moest dus een hoop leuks en goeds tegenover hebben gestaan. Gezellige feestjes met sigaret, hard studeren en de stress verminderen met een peuk, sporten en daarna aan de bar met een pilsje en zo’n heerlijke peuk discussiëren over en genieten van het leven. Zonder sigaretten zouden al die jaren toch stukken minder aangenaam geweest zijn. Toch?

Pure onzin achteraf gezien. Zonder sigaret is het leven veel stoerder, aangenamer en prettiger dan met. Hoewel ik na twee weken stoppen nog af en toe onbedwingbare neigingen tot roken heb, weet ik zeker dat ik véél beter af ben zonder roken. Ik zal dan ook geen peuk meer aanraken.

Ik zou wel willen dat ik nog één minuutje zestien kon zijn. Ik zou dan kordaat tegen mezelf zeggen: “Nee dank je, voor mijn geen peuk want
ik weet namelijk hoe ik er over vijfendertig jaar tegenaan zal kijken. Hoe ik zal beseffen dat ik me heb laten ringeloren door dat kleine monster. Hoe de peuk mijn leven bepaalde en hoe slecht ik mijn lichaam behandelde.”

Maar ik kan de klok niet terugdraaien. Ik kan alleen maar hopen dat er ooit één zestienjarige is die dit stukje leest en dan denkt “die verrekte oude Zwurrel heeft eigenlijk wel gelijk. Ik kap met dat gerook nu het nog niet te laat is.”

Zwurrels verslaving zal dan tenminste nog iets positiefs hebben opgeleverd.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑